Jordanië dag 8: Aqaba

We werden wakker met zicht op de sterren vanuit onze bubble-tent in de Wadi Rum. Ondanks de bewolking kwamen ze af en toe mooi tevoorschijn. Toen daarna de zon opkwam, gingen we buiten van het uitzicht genieten. De wolken en de rotsformaties kregen een mooie gloed en gaven namelijk een indrukwekkend beeld.

Maar al snel kregen de wolken de overhand en begon het ook nog te spetteren. Toen we weer veilig in de tent zaten, was het inmiddels aan het hozen en kwam er ook nog eens onweer bij. Midden in de woestijn een dikke regenbui, dat gebeurt niet elke dag. Zeker niet in de Wadi Rum, waar het maar 14 dagen per jaar regent. We konden zien dat ze er ook niet echt op berekend zijn, want de tent was niet volledig waterdicht. Gelukkig werden onze spullen niet nat.

Na het ontbijt werden we door een Jeep weer terug naar de hoofdweg gereden en zetten we onze reis voort. Vandaag was Aqaba de bestemming. Een badplaats helemaal in het zuiden van Jordanië aan de Rode Zee. Speciaal voor Aqaba hadden we onze snorkelspullen mee op reis genomen. Toen we bij het hotel aankwamen, zei de man achter de receptie dat het niet echt goed snorkelweer was, want het was met 24 graden best koud. 24 graden koud? Dat is zomer voor ons, was onze reactie.

We reden naar een strandje waar een mooi koraalrif zou zijn. Dat strandje lag net iets ten zuiden van Aqaba. Op dit stuk van de ronde zee kan je vier landen zien. Aan de overkant zagen we Egypte liggen, richting Aqaba net over de grens het Israëlische Eilat. En de heuvels die we zuidelijk konden zien, dat was Saoedi Arabië.

Als je zeven dagen alleen maar gesluierde en bedekte mensen om je heen hebt, voelt het raar om in zwemkleding op het strand te gaan liggen. Ik wist niet goed hoe ik me moest gedragen in een Arabische badplaats en hield daarom voor de zekerheid een UV-shirt aan. Maar er waren ook vrouwen in bikini. We deden onze snorkelgear aan en flapten met onze flippers naar de zee. Om met zijn tweeën te kunnen snorkelen, hadden we alle waardevolle spullen in de achterbak van de auto gelegd en de autosleutel in een zakje onder onze handdoeken begraven. Het leek een heel veilig strand, maar we wilden geen risico lopen. Het snorkelen was echt supergaaf. We zwommen over een koraalrif en zagen vissen met alle kleuren van de regenboog. Ook zwom er af en toe een clownvis voorbij, je weet wel, van Finding Nemo. Het meest opvallend vond ik nog de zee-egels. Die waren echt megagroot. De stekels soms wel een halve meter lang.

Na het snorkelen gingen we Aqaba in om een hapje te eten. We kwamen aan op een terras waar ook de wedstrijd Nederland – Qatar werd uitgezonden. Die Jordaniërs zijn echt helemaal voetbalgek, want overal waar we zijn geweest hoorden we Arabisch voetbalcommentaar door de theehuizen en restaurantjes schalmen. Toen we aan het eten waren, werd er opeens ‘hey guys!’ naar ons geroepen. Het stel waarmee we een paar dagen geleden met de auto vast in de modder stonden, kwam aan het tafeltje achter ons zitten. Wat een toeval! En in Petra waren we ze ook al tegengekomen. Maar dat was een dag later op een plek waar bijna iedereen vanaf Dana naartoe gaat. Aqaba is een grote stad en dat ze in hetzelfde restaurant belandden is wel heel bijzonder. De modder was inmiddels ook van hun auto gewassen.

Het aten Jordaanse gerechten die we deze reis nog niet eerder op hadden. Het smaakte weer heel goed. De weg terug naar het hotel was een heerlijke zwoele avondwandeling door het centrum van Aqaba. En dat een paar dagen voordat december begint!