Vanuit Aqaba reden we in drie en half uur naar de Dode Zee. Onderweg een tafereeltje dat ons deed denken aan een liedje van Harry Jekkers & Klein Orkest. “Hé kijk daar ‘s, verdomd als ’t niet waar is, daar loopt een dromedaris op het zebrapad.” Alleen was het zebrapad hier te vervangen door de snelweg. We remden af en lieten de groep dromedarissen rustig oversteken.
Vervolgens werden we een uurtje later net als aan het begin van de reis aangehouden door de politie bij een checkpoint. Met goede hoop lieten we de eerder uitgeschreven bon zien maar ze wilden toch wel graag weten of we een brandblusser in de auto hadden. Dit allemaal via Google Translate want veel Engels spraken ze niet. Max en ik keken elkaar vertwijfeld aan, waarop we de kofferbak moesten openen en onder de stoelen moesten voelen. Maar geen brandblusser te vinden. De politie wilden onze paspoorten weer fotograferen en vroeg waar we vandaan kwamen. Daarop volgde een lachende opmerking van de politie dat we gisteren de wedstrijd hadden gewonnen. De politie schreef opnieuw een boete uit die wederom voor de verhuurder van de auto is. We zijn er inmiddels achter dat er enorm veel zogenoemde ‘check points’ in Jordanië zijn, waarbij we toch hopen gewoon door te mogen rijden. Maar op zo’n langere rit word je blijkbaar altijd wel een keer aangehouden. We werden weer van harte welkom geheten in Jordanië door deze twee dienders en vervolgden onze weg.
Eenmaal bij ons hotel aangekomen, werden onze koffers door een scanner gehaald en daarna op zo’n mooie gouden bagagekar gelegd. We moesten een beetje lachen want het hotel is een stuk sjieker dan we dachten. We droegen twee doorzichtige plastic tasjes mee met wat boodschappen en lege plastic flesjes die we weg wilde gooien. Dit werd keurig aan de haakjes op de bagagekar gehangen waardoor we ons een beetje belachelijk voelden.
We checkten in en kregen wederom een upgrade naar een luxere en grotere kamer. Top! Misschien hebben ze kamers over in het laagseizoen en maken ze graag gasten blij. We wilden geen tijd verliezen en trokken snel onze badkleding aan om naar het privéstrand aan de Dode Zee te gaan.
We dobberden heerlijk in de Dode Zee. Na een tijdje wilde ik opstaan in zee maar het was net iets te diep. En dan tuimel je dus gewoon weer naar voren op je buik omdat je gelijk weer gedwongen wordt om te drijven. Aan de kant stonden grote emmers met modder waarmee je je kunt insmeren. Dit laat je even opdrogen in de zon en daarna kun je weer de zee in om het eraf te halen. Onze huidjes zijn er perzikzacht van geworden.
We dronken nog drankje in de pub tijdens Happy Hour. (Ze hebben hier wijntjes!) En daarna hebben we lekker gegeten in het restaurant, waar ook gebuikdanst werd. In dit hotel verblijven we onze laatste 2 vakantienachtjes.
Een kudde dromedarissen op de weg, dat kom je niet dagelijks tegen. In tegenstelling tot de politie! Maar wat lekker om jullie vakantie af te sluiten in zo’n luxe hotel aan de Dode Zee. Jullie zijn bijna onherkenbaar met die kleilaag 🤣. De foto boven dit blog is het terras van jullie hotel? Niet verkeerd! Geniet er nog even lekker van 😘
Een land vol verrassingen! En toch nog sinterklaas gevierd… Veel plezier en nog een goede reis!