Vandaag hadden we weer een stranddag op de planning. Dit maal aan de zuidkant van het eiland. Na even zoeken kwamen we op de parkeerplaats terecht van Poipu Beach. We zetten onze strandstoeltjes neer en deze opa en oma gingen er even goed voor zitten. We bleken niet de enige opa en oma te zijn. We doopten Poipu Beach daarom al snel om tot het Benidorm van Hawaii.
Poipu Beach was eigenlijk een vrij klein strand, maar doordat er ook een soort zandbank was, rusten Hawaiian Monk Seals hier graag uit. Dit is een bedreigde soort. Daarom komen er al snel vrijwilligers van het monk seal rescue team om de boel af te zetten zodat de zeehond niet gestoord wordt door nieuwsgierige badgasten tijdens zijn welverdiende rust op het strand.
Ook het onderwaterleven bij Poipu Beach is erg mooi om te zien. Er zwemmen vissen met alle kleuren van de regenboog. Ze niet bang en zwemmen gewoon rustig om je heen. Na een aantal uur wilden we graag nog een ander strand bezoeken dus startten we de auto om naar Polihale State Park te rijden. Dit strand ligt helemaal aan het einde van de highway. De highway gaat namelijk niet rond het eiland omdat de Na’Pali Coast in de weg in ligt. Onderweg zijn we nog gestopt bij de spouting horn. We dachten dat dit een soort geiser zou zijn, maar het bleek een gat tussen een gat tussen de rotsen waarbij er na elke golf zo’n druk op staat dat het water eruit spuit. Wel grappig om te zien.
Toen we na dik uur verder rijden het Polihale State Park bereikten, belandden we op een dirt road met het bord ‘driving at your own risk’. We dachten dat dit een klein stukje zou zijn, dus deden we lekker rebels en testten we de scholdempers van onze Dogde. De weg naar het strand bleek alleen een stuk langer te zijn en de kuilen in de weg een stuk dieper dan wij dachten. Ook zagen we geen enkele auto rijden, behalve een echte offroad-jeep. We voelden ons steeds onzekerder worden. Het strand was nog lang niet in zicht en we hoorden de grond al een aantal keer tegen de onderkant van de auto aan schrapen. Toen kozen we eieren voor ons geld en namen de terugweg. We hobbelden en wiebelden weer naar de verharde highway. De TomTom, die wel zin had in nog een paar uur strand, was het er niet meer eens: “probeer om te keren”. Maar ze kan niet altijd haar zin krijgen.
Later zagen we op de plaatjes dat het strand veel weg had van de Nederlandse kust met zandduinen en breed goudstrand. Voor mensen die dat niet gewend zijn, is dat vast bijzonder, maar wij zijn blij dat we niet iets heel spectaculairs hebben gemist. Op de terugweg kwamen we langs mijn favoriete supermarkt, de Walmart, waar we een paar boodschapjes haalden. Ik had er wel uren kunnen slijten, maar voor Max is een supermarkt een supermarkt en hij vond het al snel mooi geweest. Toen we eindelijk bij het hotel kwamen, was het al een uur of half vijf. We haalden wat te eten en namen nog een duik in het zwembad. Die duik in het zwembad hadden we beter niet kunnen doen, want de chloorverhouding bleek niet helemaal te kloppen. Dus dahaag bikini. Helemaal vol met uitgebeten plekken. I should sue them! Maar ja, we zijn op vakantie. No stress. Deze Benidorm bastards gaan nog even een potje yahtzeeën.
Lees verder: Hawaii dag 6: Mistig Waimea Canyon
[Google_Maps_WD id=34 map=9]
[…] Lees verder: Hawaii dag 5: Chillen tussen de Hawaiian Monk Seals […]